WANDELINGEN:
De
omgeving van Agios Konstandínos is een mekka voor wandelaars. Zwitserse
wandelgroepen ontdekten dit al snel en hebben oude wandelpaden in ere
hersteld en met rode stippen gemarkeerd. Er lopen
nu zoveel routes in het gebied dat je moet oppassen niet op een andere route terecht te komen en
daardoor een totaal ander einddoel te bereiken. Aan de andere kant zijn er
hierdoor vele mogelijkheden om je einddoel te bereiken. Zo zijn er tussen
Platanákia en Monalátes (een bergdorpje op 300 m.) wel drie
verschillende wandelroutes en alle drie even aantrekkelijk. Daarnaast zijn
er wandelingen naar Vourliótes en vandaar naar het strand Lemonákia
of naar de bergdorpen Manolátes, Stavrinídes en Ambélos. De tochten
zijn niet erg zwaar, duren ongeveer drie uur, onderbroken door bezoeken
aan de schilderachtige bergdorpjes, met aan het eind van elke wandeltocht
een duik in de zee. Ze beginnen in het Nachtegalendal (Aidónia)
waardoorheen
de Kakórema - de Slechte Beek - stroomt, zo genoemd omdat hij bij
hevige regenval nogal eens schade toebracht aan huizen en mensen. Over
oude monopátia (voetpaden) en kalderími (steenslagwegen) voeren
de tochten omhoog door dicht gebladerte, afgewisseld met prachtige
uitzichten over het noordelijke deel van het eiland en de Turkse kust. De
bergdorpjes hebben hun oorspronkelijkheid nog grotendeels behouden en zijn
minder beïnvloed door het toerisme, behalve misschien Manolátes waarin
zich sinds kort enkele souvenirwinkeltjes gevestigd hebben.