AGIOS KONSTANTINOS:
Agios
Konstandínos betekent letterlijk Heilige
Konstantijn. Het dorpje is vernoemd naar een eeuwenoud kerkje dat
gewijd is aan deze heilige. Het was een slaperig dorpje van boeren en
vissers,maar door het toerisme is er leven in de brouwerij gekomen. Er
zijn hotels en pensions gebouwd, maar er zijn geen Spaanse toestanden
ontstaan met torenhoge appartementencomplexen. Het dorpje ademt nog steeds
een weldadige rust uit, maar heeft ondertussen wel alle voorzieningen die
een toerist zich wenst: 2 kleine supermarkten, een bakker (zelfs een
voortreffelijke banketbakker), een groenteboer, restaurants in overvloed,
en een reisbureautje. Het dorpje dat met Agios Konstandínos vergroeid is,
heet Platanákia, wat verwijst naar de indrukwekkende aanwezigheid van
eeuwenoude platanen.
Verder tref je er
kastanjebomen, johannesbroodbomen, pijnbomen en veel cypressen aan. De judasboom staat in het voorjaar in
bloei met z'n kale takken en paarse bloemen en in juni zijn de eerste
roze bloemen van de oleander, die de weg naar Valeondades omzomen, te
bewonderen. Ook de nachtegaal laat zich vanaf de eerste week van mei horen
en met een beetje geluk kun je een zwerm bontgekleurde bijeneters
waarnemen. Heel incidenteel zie je voor de kust een school dolfijnen. De
streek rond Agios Konstandínos staat bekend om zijn goede kwaliteit
muskaatwijn, de beste van het eiland volgens kenners. Ook het water in
Agios heet het lekkerst te zijn van het hele eiland : aan de grote weg
naar Karlóvasi en Samos-stad is een aftappunt, waar velen in jerrycans
water tappen om mee naar huis te nemen.